Patella luxatie 


Wat is Patella luxatie?

Patella luxatie betekend knieschijf uit de kom en komt voor als een genetisch erfelijke aandoening bij de hond. Vooral de kleinere rassen hebben hier last van, hierbij schiet de knieschijf vaak naar binnen. Normaal gesproken ligt de knieschijf in een geul(de trochlea), de knieschijf wordt op zijn plaats gehouden door de kniepees. Als de knieschijf tijdens beweging niet goed in de geul blijft liggen maar naar binnen of naar buiten uit de geul beweegt wordt er gesproken van patella luxatie. Als de knieschijf altijd buiten de geul ligt wordt er gesproken van een permanente patella luxatie. Als de knieschijf steeds uit de geul schiet en er weer in schiet zal de geul ondieper gaan worden. Met als gevolg dat de knieschijf steeds makkelijker uit de geul schiet. Er bestaan 4 gradaties van patella luxatie, graad 1 t/m graad 4. Hoe hoger het getal hoe erger de aandoening is. De aandoening wordt meestal zichtbaar van een leeftijd van 4 tot 6 maanden.

 

-  Graad 1: De patella bevindt zich in zijn normale positie, maar is met lichte druk uit de geul te duwen.

-  Graad 2: de knieschijf schiet af en toe uit zichzelf uit de geul, dit is het moment dat de honden hun poot optillen tijdens het rennen.

-  Graad 3: de knieschijf ligt continu naast de geul, maar kan met enige druk terug in de groeve geduwd worden.

-  Graad 4: de knieschijf ligt continu naast de geul, en is ook niet meer terug te duwen.

Symptomen

  • Door de poot zakken.
  • Afwijkende loop.
  • Poot niet belasten.
  • Poot optrekken tijdens het rennen.

 

Hoe ontstaat het?

Hoe de patella luxatie precies overerft is niet bekend. Er wordt gedacht dat het met meerdere factoren te maken heeft net zoals bij heupdysplasie. Maar er bestaat dus wel een erfelijke variant.

 

Normaal gesproken wordt de patella op zijn plek gehouden door:

  • De groeve in het dijbeen.
  • De kniepees, die van de patella naar het scheenbeen loopt.
  • De dijbeenspier.
  • Twee bandjes die aan weerszijden van de patella vastzitten.

 

De erfelijke variant van patella luxatie kan ontstaan door:

  • Steile stand van de achterpoten.
  • Een iets te veel naar binnen gedraaid scheenbeen waardoor de knieschijf min of meer naast het geultje gedwongen wordt.
  • Een aangeboren ondiepe geul.

Diagnose

De diagnose van patella luxatie kan vastgesteld worden door het voelen van de knie. De knie wordt heen en weer bewogen om te kijken hoe ver de knieschijf uit de geul kan komen. Dit is natuurlijk erg pijnlijk en moet vaak onder een roesje gedaan worden. Ook kan er een röntgenfoto van de knie gemaakt worden waarop je kan zien hoe erg de luxatie van de knieschijf is.

Behandeling

De behandeling van patella luxatie is eigenlijk altijd operatief. Soms wordt er bij een lichte luxatie (graad 1) gekozen om niet te opereren omdat de luxatie nog niet heel erg is. Ondanks dat de luxatie nog niet zo erg is op dat moment is het toch verstandig om wel te opereren om erger te voorkomen doordat de knieschijf toch steeds uit de geul schiet.

 

Er zijn verschillende operatieve ingrepen mogelijk:

  • Uitdiepen van de geul. Hierbij komt de patella dieper in de sleuf te liggen waardoor hij er niet meer uit schiet.
  • Het opspannen van de kniepees hierdoor wordt de patella beter op zijn plaats gehouden.
  • Uitgebreide botchirurgie zoals complete standcorrecties.
  • Door opereren een nieuwe kunstknie plaatsen.

 

Na de operatie zal nog een tijd revalidatie nodig zijn, en de beweging moet langzaam weer opgebouwd worden. Ook wordt er na de operatie medicatie mee gegeven voor de pijnbestrijding. De vooruitzichten van patella luxatie zijn eigenlijk heel gunstig mits er wordt geopereerd. Bij meer dan 90% van de geopereerde honden wordt er een verbetering gezien. Soms komt de luxatie terug maar vaak zijn deze dan minder ernstig als voor de operatie. Als er niet geopereerd wordt het probleem vaak steeds erger.

 

 


Maak jouw eigen website met JouwWeb